over het boek dat ze gemaakt heeft van alle verhalen rond dit cafe. Zij, Angela, had dit boek geredigeerd. En net wordt ze gebeld dat haar column geplaatst wordt in de Metro krant, deze keer wordt er een geldsom naar haar over gemaakt. Dus echt een betaalde plaatsing. Er was al een keer een column geplaatst in het lokale krantje maar dat was een vrijwillige bijdrage. Dit is leuk nieuws, haar schrijven lijkt wel beloond te worden. Ze moet er toch eens vaker tijd voor maken.
http://www.metronieuws.nl/
column : Plattelandse Rotterdamse
Voor de tekst zie onderaan deze pagina.
Nina, haar dochter, heeft geen idee dat ze Hannie kent via haar werk. Ze heeft niets laten merken dat ze ook soms in vrouwencafe Marietje komt. Zij komt daar om passages uit de boeken van Hannie door te nemen. Haar verbazing was vorig jaar groot toen ze een passage over haar eigen dochter zag. Eerst twijfelde ze nog maar alles klopte precies. De Nina die Hannie beschreef had een bos rood, lang haar, een bloemenkiosk en zette haar eerste stappen, coming-out zo te zien, in de wereld van de vrouwenliefde. Toen Nina destijds eindelijk aan haar vertelde dat ze lesbisch is, was ze dus niet zo verrast als Nina dacht. Gelukkig heeft ze niets gemerkt. Raar om een boek te zien waar je eigen dochter in beschreven wordt.

Vandaag maar weer eens een stukje bloggen. Maar eerst moet die website af. Hierover kan ze morgen misschien ook een stukje bloggen?.
Column :
Plat (telandse) Rotterdamse.
Klaverjassen in je stamkroeg, flaneren op de Centrum markt,
leunend op je bezem met je buren ouwehoeren, zomaar een geintje maken tegen een
wildvreemde op straat. Dat kan ik allemaal niet meer. Sinds kort woon ik in “de
polder”.
Het eerste jaar was het flink aanpassen voor een struise
blonde meid met een gruwelijk Rotterdams accent, inburgeren beter gezegd. Eerst
heb ik het geprobeerd om het dialect enigszins eigen te maken, dat dacht ik
toen nog. Je kent dat wel, in plaats van met een zwierige armzwaai “doei” zei
ik ingetogen, Dag hor. Thuis ingestudeerd natuurlijk, tot groot plezier van
mijn vriend. Mijn tweede woord was temee. Nooit van gehoord, het blijkt dat dit
woord straks of binnenkort betekent. Ik was kennelijk niet echt geloofwaardig
en het duurde niet lang of iedereen kwam met nieuwe woorden op de proppen.
Schrepeltje, kluivenriek en die soort termen. De grootste lol hadden ze. Er
waren nog meer dingen waar ik tegenaan liep, soms onbekendheid met de omgeving…..
De eerste maal dat ik bij de huisarts kwam kreeg ik een recept mee. Waar is
hier de apotheek?; vroeg ik aan de assistente. In de buurt antwoordde zij me.
Volkomen verbijsterd ben ik naar buiten gelopen, lekker makkelijk zo’n
antwoord. Pas ’s avonds nadat ik bij
mijn vriend mijn beklag gedaan had kreeg ik van hem te horen dat “in de buurt”
een straat is en daar zit uiteraard de apotheek. Zucht! Maar soms ook door de
verschillen in mentaliteit tussen stads, en dorpsbewoners. Waar stadsmensen met
een air gewoon achter aansluiten als je langs een obstakel op de weg moet en
dat obstakel zit aan jouw kant, gaat dat je in de polder niet lukken. Als er
iemand aankomt die voorrang heeft dan wordt die genomen. Dan moet je dus
achteruit, waarschijnlijk op een dijk, ook al is het een aanzienlijk stuk. Stoïcijns
zitten ze achter het stuur, ijzig gezicht, hun motorkap ongeveer op 10 cm
afstand van de jouwe. Maar dan wel weer zonder de gebruikelijke gebaren en
scheldpartijen die ik zo in Rotterdam gewend was. Inburgeren valt voor niemand
mee maar met een beetje humor en aanpassingsvermogen, en dat hebben wij
Rotterdammers wel, komt het wel goed. Best! zeggen ze trouwens hier.